Adorfer Klippen

Diemelsee-Adorf (51.374230 | 8.812449)

Het innerlijke kind

Voormalige open ijzersteengroeve en belangrijke Geologischer Aufschluss.

Op blote voeten kroop ik omhoog. Geen geluid. Gewoon niet op een takje stappen dat zou kunnen breken en me verraden. Het is al ochtend. Ik lig op de loer achter een heuveltje. Gras en mos, een zachte stengel. Ik heb de twee ingangen naar het kasteel op het dak goed in het vizier. Werden de sluipende graver met de zwart-witte vacht vanavond zichtbaar? Er is een maïsveld in de buurt, met knapperige kolven waar hij graag aan knaagt. Laten we eens kijken. Hoe langer ik lig en loer, hoe meer het landschap van de "Rode Klippen", een natuurmonument bij Adorf, vervaagt. Beelden uit mijn kindertijd worden erop gelegd. De enorme rotsblokken van ijzerzandsteen, 350 miljoen jaar oud, worden de wanden van een canyon. De grafgaten, overgebleven van de middeleeuwse mijnbouw, veranderen in schuilplaatsen van de Indianen voor de naderende cavalerie. De dichte ring van wilde rozen, die de rode stenen groen omlijsten, biedt mijn stam bescherming tegen indringers.





Gesamtansicht in den ehemaliger Eisenstein-Tagebau

Ik ben Bruine Beer en word de opvolger van mijn vader Grote Adelaar. Op een dag een wijs opperhoofd, hoop ik. Vader geeft al zijn Wissen aan mij door. Over de aarde die ons voedt, over de planten die groeien in ons huis bij de Rode Kliffen, over onze buren, de dieren. De das, legde hij me uit toen we bij de dassenburcht op de loer lagen, is geen pure herbivoor. Hij eet liever regenwormen. We verlaten even de uitkijkpost en lopen door het valleigebied, omringd door rotsen en doornstruiken. Onze stam voelt zich al generaties lang beschermd en veilig op deze plek. Voor de tipi's branden kleine kampvuurtjes. Veel vlammen, weinig rook, om niet van veraf gezien te worden. Zo hebben we het geleerd.

Voor ons ligt een rode steen zo groot als een vuist. Oef, wat is hij zwaar! Dat komt, zegt vader, omdat hij voor meer dan de helft uit ijzer bestaat. Op de helling, waar zon, regen en vorst de rotsen al duizenden jaren als een vleesmes bewerken, zoeken we naar fossielen in het puin. Kijk goed! Ik vind inderdaad dierlijke sporen, oeroud, gefossiliseerd. Koppotigen en koralen, drielippige krabben en crinoïden.

Vader legt uit dat hier in de prehistorie een zee was. Dat kan ik me niet voorstellen. Ja, die was er. In de zee waren enorme vuurspuwende monsters die rotsen smolten en in vloeibare vorm naar de hemel spuwden. Dat waren de vulkanen. Zij zijn de reden waarom ons land rijkelijk gezegend is met ijzer. Het ligt in lagen tot aan het aardoppervlak. Dat komt bijna nergens anders voor. Onze voorouders hoefden niet eens schachten te graven om erbij te komen. Ze hoefden alleen maar hard in de grond te porren en ze stuitten op de rode ijzeren stenen.





Geheimnisvoller Blick in einen Spalt

Een paar meter verder ontdekken we een vlinder die wonderbaarlijk lichtblauw gekleurd is. Dat is een lastige, zegt mijn vader tegen me. Ik ben nieuwsgierig: Hij legt zijn eitjes vlak voor mierenhopen. En de mieren nemen ze mee hun nest in. Daar groeien de eitjes uit tot larven; ze kunnen de geur van de mieren perfect imiteren, zodat ze door hen gevoed en verzorgd worden. - Net zoals de koekoek zijn eieren in de nesten van andere vogels legt? - Precies - Terwijl we langs de planten lopen, wijst Grote Adelaar ze aan en vertelt me de verhalen erover. Deze paarse plant heet muskuskruid, hij ziet er niet alleen goed uit, je kunt hem ook Essen. Daar wilde tijm, ook een lekker kruid. Als vee er veel van eet, sterven ze aan een slechte lever, net als mensen die te veel vuurwater drinken. Een andere heet klokjesbloem, maar op het eerste gezicht heeft het helemaal geen ronde blaadjes. Als ik beter kijk, zijn ze smal en puntig aan de bovenkant, maar rond aan de onderkant.

Het kijken wordt echter steeds moeilijker. Het is bijna donker. De vuren voor de tipi's zijn gedoofd. Het landschap van het indianenland vervaagt. Ik wrijf in mijn ogen. Ik lig nog steeds in het zachte gras tegenover het dakfort. Er beweegt niets bij de twee voetbalgrote gaten. Ergens in de gangen erachter, meters diep begraven in de grond, houdt de kasteelheer zich schuil. Als ik bijna niets meer kan onderscheiden, verlaat ik de observatieplek. Ik ben niet een beetje teleurgesteld. Ik heb geen das gezien, maar ontdekt dat er nog steeds een kleine jongen in me zit, met een levendige verbeelding, altijd klaar om te stalken en te spelen en te ontdekken. De Red Cliffs zijn een goede plek om de innerlijke kinderen de vrije loop te laten.

De Red Cliffs zijn een goede plek om je innerlijke kind de vrije loop te laten.

Michael Gleich

De Adorfer Klippen zijn het best bereikbaar vanaf:

Start: Wandelaarsparkeerplaats in het dorpscentrum van Adorf.

Volg de borden naar Diemelsteig

Meer informatie is verkrijgbaar bij de Toeristeninformatie Diemelsee: Tel: 05633-91133, e-mail: info@diemelsee.de

Houd er rekening mee dat na activering de gegevens naar de betreffende provider worden verzonden.